De zeldzaam slecht onderbouwde vordering strandt in de procedure, omdat niet is voldaan aan de stel- en bewijsplicht

Burgerlijk procesrecht: Voorbeeld van knullig procederen. Omdat gedaagde geen idee heeft waar het over gaat en eiseres niet heeft voldaan aan haar stel- en bewijsplicht, strandt de vordering. 

Samenvatting annotatie onder Ktr. Maastricht 19 april 2017, Prg. 2017/164 m.nt. P.J.M. Ros (ECLI:NL:RBLIM:2017:3645)

Direct Pay Services BV vordert in deze kwestie betaling van € 100,38. Gedaagde betwist de vordering en stelt zelfs van niets te weten. Direct Pay moet daarbij erkennen dat zij – als rechtsopvolger van de webwinkel – niet over een afleverbewijs beschikt. De kantonrechter is niet mals in zijn oordeel en overweegt dat er hier zelfs sprake is van een zeldzaam slecht onderbouwde vordering. Het dossier is ontoereikend en niet of in onvoldoende mate blijkt voldaan aan de eisen van de artt. 21, 85 en 111 Rv. Eiseres heeft daarbij niet eens gesteld dat gedaagde de factuur, aanmaningen en de veertiendagenbrief ook maar heeft ontvangen. Bovendien is nog steeds onduidelijk naar welk e-mailadres de stukken van eiseres zijn gestuurd. Mogelijk is er zelfs sprake van identiteitsfraude, nu gedaagde iedere betrokkenheid blijft ontkennen. Kortom, de levering van de bestelling is niet bewezen, zodat de vordering wordt afgewezen.

De kantonrechter doet weinig moeite om zijn irritatie te verbergen. Van een repeat player als Direct Pay mag volgens hem anders worden verwacht. Zij maakt de gebrekkige wijze van procederen ‘bijna haar handelsmerk’. Toch deert het eiseres hier niet werkelijk, omdat zij wegkomt met een proceskostenveroordeling van slechts € 30,=. In België had dit mogelijk tot een ambtshalve boete kunnen leiden wegens irritant procesgedrag, zie ook onze annotatie onder Ktr. Oost-Brabant 27 oktober 2016, Prg. 2017/4 m.nt. PJMR (ECLI:NL:RBOBR:2016:6180), tevens Rb. Almelo 4 februari 2014, Prg. 2014/195 (ECLI:NL:RBOVE:2014:3273).

Nederland kent geen punitieve (ambtshalve) civiele sancties, zie ook P. Sluijter in zijn dissertatie “Sturen met proceskosten: wie betaalt de prijs van verstorend procesgedrag?” uit 2011 (Tilburg University). Hij noemt nog wel een doekje voor het bloeden in de vorm van een ‘informele prikkel’, zoals het ter zitting vermanend toespreken van de partij die in gebreke is of het ter comparitie openlijk boos opbellen naar de afwezige partij. Dit alles kan niet wegnemen dat een ambtshalve processuele boete soelaas kan bieden, want de rechter staat nu met lege handen en kostbare tijd gaat verloren.

De volledige annotatie met aanvullende jurisprudentie, wet en regelgeving is te raadplegen onder Ktr. Maastricht 19 april 2017, Prg. 2017/164 m.nt. P.J.M. Ros (ECLI:NL:RBLIM:2017:3645) of neem contact op met ons kantoor.

Print Friendly, PDF & Email