Wanneer mag je een overeenkomst ontbinden? De Hoge Raad geeft een overzichtsarrest en formuleert 15 vuistregels
Samenvatting annotatie onder Hoge Raad 28 september 2018, Prg. 2019/68 m.nt. P.J.M. Ros (ECLI:NL:HR:2018:1810).
Een Woningstichting vordert ontruiming van een huurwoning, omdat de huurder in strijd met de (algemene voorwaarden van) de huurovereenkomst de woning beschikbaar heeft gesteld aan een ander gezin. De kortgedingrechter (of voorzieningenrechter) heeft beslist dat de huurder daarvoor toestemming had moeten vragen, maar wel zelf steeds in de woning is blijven wonen.
De voorzieningenrechter heeft nu 2 prejudiciële vragen aan de Hoge Raad gesteld in dit verband:
1. Dient artikel 6:265 lid 1 BW letterlijk te worden uitgelegd in die zin dat iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid geeft om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij het maken van een uitzondering hierop gerechtvaardigd is aan de hand van de in de wet genoemde gezichtspunten? Zo niet, hoe dient deze bepaling dan te worden uitgelegd?
2. Is er aanleiding bijzondere eisen te stellen ten aanzien van ontbinding van een overeenkomst van huur en verhuur van sociale woonruimte, ervan uitgaande dat zulke woonruimte schaars is?
De Hoge Raad overweegt dat art. 6:265 lid 1 BW de hoofdregel is, met een tenzij-bepaling. Deze laatste bepaling geldt niet bij uitzondering of in een zeldzaam geval. In dat verband zijn alle omstandigheden van het geval van belang, dus niet alleen de wettelijke gezichtspunten. De hoofdregel en de tenzij-bepaling geven bij een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis het recht op een gehele of gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst, vgl. art. 6:74 BW. Er is volgens de Hoge Raad dan ook geen behoefte om bijzondere eisen te stellen aan de ontbinding van een huurovereenkomst zoals in de onderhavige kwestie.
De Hoge Raad geeft in dit overzichtsarrest een 15-tal vuistregels voor de ontbinding van wederkerige overeenkomsten.
Meer informatie over die vuistregels en de ontbinding van een overeenkomst en/ of schadevergoeding? De volledige annotatie met aanvullende jurisprudentie is te raadplegen onder Hoge Raad 28 september 2018, Prg. 2019/68 m.nt. P.J.M. Ros (ECLI:NL:HR:2018:1810) of neem contact op met ons kantoor.