Kosten brandweer voor verwijderen brandresten niet voor rekening eigenaar

Verbintenissenrecht: Als de brandweer tijdens het blussen opdracht geeft tot verwijdering van uitgebrand stro uit de brandende boerderij, is dat een onderdeel van het bluswerk en kunnen deze kosten niet op de eigenaar van de boerderij worden verhaald.

Samenvatting annotatie mr. P.J.M. Ros onder Hof Den Haag 18 januari 2011, Prg. 2011/251 (LJN BP3796).

Tijdens het blussen van een brand in een boerderij heeft niet de boer, maar de brandweer een aannemer ingeschakeld om honderden balen brandend stro uit elkaar te trekken, af te voeren en te vernietigen. De rekening van deze operatie bedraagt bijna 70.000,= en belandt uiteindelijk op het bordje van de gemeente. Die wil de kosten vervolgens verhalen op de boer.

De gemeente stelt dat er een overeenkomst uit zaakwaarneming ex. art. 6:198 jo. 6:200 BW met de boer tijdens de bluswerkzaamheden tot stand is gekomen. Dit is onjuist, omdat art. 3:40 BW daaraan in de weg staat. Strijdt met een dwingende wetsbepaling levert namelijk nietigheid van de rechtshandeling op. In deze kwestie botst dus de door de gemeente gewenste rechtshandeling (opdracht brandweer tot verwijdering van stro) met de destijds toepasselijke Brandweerwet 1985 (publiekrechtelijke taak tot blussen).

Het Hof baseert zich op art. 4 van de Brandweerwet 1985, maar bedoelt is uiteraard art. 1 lid 4 en lid 6 Brandweerwet. Terecht acht het Hof dat deze bepalingen de lading van het nabluswerk volledig dekken. Overigens is de Brandweerwet 1985 inmiddels vervangen door de Wet veiligheidsrisico’s.

De conclusie is dat er kan geen sprake kan zijn van zaakwaarneming bij de uitvoering van een publiekrechtelijke taak door de brandweer. Vgl. tevens in dit verband Ktr. Zwolle 23 maart 2006, LJN AW1946.

Het volledige artikel is te raadplegen op www.kluwer.nl (inloggen bij abonnementen), of neem contact op met ons kantoor.

Print Friendly, PDF & Email