Vanaf 1 januari 2019 kunnen ook de naasten van het slachtoffer smartengeld claimen bij diens letsel of overlijden

Verbintenissenrecht: Vanaf 1 januari 2019 kunnen ook de naasten van het slachtoffer smartengeld claimen bij diens letsel of overlijden.

Op 1 januari 2019 wordt het mogelijk dat ook de naasten van een slachtoffer smartengeld kunnen claimen van de dader, nadat door diens fout ernstig letsel is toegebracht aan het slachtoffer of nadat deze als gevolg daarvan is overleden, zie Kamerstukken 34 257. In het verbintenissenrecht worden de artt. 6:95 BW, 6:107 BW en 6:108 BW daarop aangepast.

Als “naasten” moet worden gezien een nabije kring van personen rondom het slachtoffer. Daarbij kan worden gedacht aan de echtgenoot of geregistreerd partner, de levensgezel, ouders, kinderen, duurzame samenwoners en alle andere nauw betrokkenen die eigenlijk met een levensgezel moeten worden gelijkgesteld. Ook over de interpretatie van de twee laatste categorieën wordt de nodige jurisprudentie verwacht.

Het smartengeld is feitelijk een vergoeding voor de affectieschade door pijn, verdriet en gederfde levensvreugde. De uit te keren schadevergoedingen zijn gefixeerd, dat wil zeggen redelijk vastomlijnd vastgesteld. Het gaat om bedragen tussen de € 12.500 en € 20.000, die zijn onderverdeeld in vier categorieën: (1) ernstig en blijvend letsel, (2) overlijden, (3) ernstig en blijvend letsel door een misdrijf en (4) overlijden door een misdrijf. Dit wordt in een nadere AMvB nog definitief bepaald.

Een eventuele medeschuld van de naaste aan het opgelopen letsel in diens relatie tot de aansprakelijke persoon kan als eigen schuld ex art.  6:101 BW worden aangemerkt. Ook kan er geen beslag worden gelegd op een eventuele uitkering. Zie voor dit alles tevens Kamerstukken II 2014/15, 34 257, nr. 3 (MvT), pag. 3, 16 en 18.

Voor meer informatie neem vrijblijvend contact op met ons kantoor.

 

Print Friendly, PDF & Email