De rechtspraak past meer openheid en toegankelijkheid
Burgerlijk procesrecht: Het sluiten van de deuren bij de behandeling van een wrakingsverzoek is zeer ongebruikelijk. De aanwezigheid van een groep studenten in de rechtszaal is daarvoor onvoldoende. Pleidooi voor meer openheid in de rechtspraak.
Samenvatting annotatie onder Hof Den Haag 1 april 2016, Prg. 2016/169 m.nt. P.J.M. Ros (ECLI:NL:GHDHA:2016:1167).
Een advocaat verzoekt wraking van de gehele wrakingskamer, omdat deze een verzoek om de zaak achter gesloten deuren te behandelen, ter zijde heeft geschoven. Dit terwijl de wrakingskamer ook nog eens een groep studenten heeft uitgenodigd om de wrakingszitting bij te wonen. Het verzoek wordt afgewezen, omdat sluiting van de deuren in dergelijke kwesties ongebruikelijk is. Een juiste beslissing, omdat in civiele procedures (uitgezonderd arbitragezaken) de terechtzittingen openbaar zijn, tenzij de rechter anders bepaalt (art. 27 Rv). De uitspraak is ex art. 28 Rv altijd openbaar. Het recht op een openbare behandeling van de zaak is vervat in art. 6 EVRM. Die openbaarheid is belangrijk, maar blijkt in de praktijk tegen te vallen, zo volgt uit de volgende zeven voorbeelden.
- Uitspraken worden niet standaard gepubliceerd en als ze al worden gepubliceerd op rechtspraak.nl, dan geanonimiseerd.
- Iedere uitspraak heeft zijn eigen waarde en met slimme zoekmachines is het geen enkel probleem dat iedere dag grote hoeveelheden uitspraken worden gepubliceerd.
- De ‘Persrichtlijn 2013’ die de gerechten hanteren, is onnodig beperkend voor personen die als journalist worden aangemerkt.
- Ook het maken van beeld- en geluidsopnamen en het versturen van tekstberichten vanuit de rechtszaal zijn in veel gevallen niet toegestaan of kunnen door de rechter naar eigen inzicht sterk worden beperkt.
- Voor een gewone burger is het ondoenlijk toegang te krijgen tot de vele informatie die niet behandeld wordt op een – ook in ernstige zaken – vaak slechts paar uur durende strafzitting.
- In civiele kwesties wordt buitengewoon moeilijk gedaan over het (deels) verstrekken van een een (oud) procesdossier. Soms stellen rechters dat voor verstrekking onvoldoende belang bestaat. Dit, terwijl controle op de rechtspraak alleen al een belang op zich is.
- Het is een hels karwei te achterhalen wanneer welke kwesties en door welke rechters worden behandeld. Daarvoor bestaat nog steeds geen internetdatabank. Zelfs advocaten hebben hiertoe via het elektronisch roljournaal maar beperkt de mogelijkheid. In bijvoorbeeld de Verenigde Staten is dergelijke informatie in de regel eenvoudig via internet te raadplegen.
De openbaarheid van de rechtspraak is in Nederland al met al ver te zoeken. Art. 28 Rv werkt onnodig beperkend; er ligt te veel nadruk op het beschermen van de privacy. Helaas laat het aankomende nieuwe procesrecht (in verband met KEI) op dit punt geen verbetering zien en dat is een gemiste kans.
De volledige annotatie met aanvullende jurisprudentie is te raadplegen onder Hof Den Haag 1 april 2016, Prg. 2016/169 m.nt. P.J.M. Ros (ECLI:NL:GHDHA:2016:1167) of neem contact op met ons kantoor.