Ondanks opknippen vordering kan kantonrechter onbevoegd zijn

Procesrecht: Het ‘opknippen’ van de vordering om zo onder de kantongrens te blijven, is riskant en leidt niet zelden tot onbevoegdheid van de kantonrechter.

Samenvatting annotatie onder Ktr. Amsterdam 4 december 2013, Prg. 2014/66 m.nt. PJMR (ECLI:NL:RBAMS:2013:9044).

Een administratiekantoor heeft een vordering van in totaal € 29.777 op haar klant. Om bij de kantonrechter te kunnen procederen, vordert zij evenwel slechts € 23.029 aan hoofdsom uit hoofde van aldus slechts 4 van de 5 openstaande facturen. Die hebben alle evenwel betrekking op dezelfde werkzaamheden in een bepaalde periode en van afzonderlijke opdrachten blijkt geen sprake. De kantonrechter verklaart zich uiteindelijk onbevoegd, omdat het verweer van de tegenpartij om een uitspraak vraagt ten aanzien van alle facturen.

Deze ‘truc’ wordt vaker toegepast, maar is in de regel kansloos en bepaald riskant (tenzij eiser uiteraard een deel van haar vordering heeft gecrediteerd en/of daarvan anderszins uitdrukkelijk afstand van heeft gedaan). Onbevoegdheid van eiser is in ‘opknipgevallen’ slechts mogelijk, voor zover de wederpartij de gehele rechtstitel waarop de vordering is gebaseerd betwist. In dat geval zal de kantonrechter de gehele vordering hebben te betrekken en als die dus boven de kantongrens uitkomt, is onbevoegdheid onvermijdelijk.

De volledige annotatie met toelichting en jurisprudentie is te raadplegen onder Ktr. Amsterdam 4 december 2013, Prg. 2014/66 m.nt. PJMR (ECLI:NL:RBAMS:2013:9044) of neem contact op met ons kantoor.

Print Friendly, PDF & Email