Curator ook griffierecht verschuldigd als renvooi niet inhoudelijk wordt behandeld
Procesrecht: Zelfs indien de renvooiprocedure inhoudelijk niet wordt behandeld, omdat niemand zich voor schuldeiser stelt, is curator griffierecht verschuldigd.
Samenvatting commentaar onder Rechtbank Den Haag 1 maart 2013, Prg. 2013/140 (ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3941).
Het komt veelvuldig voor dat de curator in een faillissement een bepaalde vordering betwist. De gebruikelijke gang van zaken is dat de rechter-commissaris (r-c) dan ex art. 122 lid 1 FW bemiddelt tijdens de zgn. verificatievergadering. Komen partijen daarin niet tot een vergelijk, dan verwijst de r-c de kwestie naar de rol voor behandeling in het kader van een zgn. renvooiprocedure.
In deze renvooikwestie verscheen evenwel (de advocaat van) de schuldeiser niet in het geding, maar de curator had zich al wel gesteld. Ex art. 17 lid 2 WGBZ is de curator vanaf dat moment griffierecht verschuldigd. Hij is immers in het geding verschenen. Het feit dat de wederpartij niet is verschenen en de zaak inhoudelijk niet is behandeld, doet daaraan niets af. Het ware beter geweest indien de curator zich voorwaardelijk had gesteld, voor het geval de wederpartij niet zou verschijnen. Dit is mogelijk door in het zgn. B2-formulier een daartoe bestemde rolinstructie op te nemen.
Het volledige artikel is te raadplegen bij Kluwer (inloggen bij abonnementen), of neem contact op met ons kantoor voor meer informatie.