Mag kantonrechter extra termijn weigeren, nu hij niet heeft onderzocht of fax appellant bij griffie is ontvangen?
Burgerlijk procesrecht: Kantonrechter had moeten onderzoeken of fax met verzoek om uitstel op griffie was ontvangen.
Samenvatting annotatie onder Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 14 februari 2017, Prg. 2017/116 (ECLI:NL:GHARL:2017:1277) m.nt. P.J.M. Ros.
Volgens de kantonrechter hebben gedaagden te laat hun conclusie van antwoord ingediend. Daardoor moeten zij eisers een bedrag van € 46.460,72 betalen. Gedaagden stellen echter dat zij tijdig en per telefax een nadere termijn van 4 weken hebben gevraagd om hun antwoord in te dienen. Volgens de griffier is die fax niet ontvangen.
Gedaagden, appellanten in hoger beroep, komen tegen deze beslissing op. Zij stellen dat de kantonrechter had moeten onderzoeken of hun fax al dan niet op de griffie was aangekomen. Volgens het Gerechtshof had de kantonrechter daarbij moeten nagaan of de telefax van de griffie de ontvangst van het bericht heeft geregistreerd in het systeem van die fax. Dit heeft de kantonrechter ten onrechte nagelaten. Dit te meer, omdat appellanten de kantonrechter hun verzendbewijs hebben verstrekt, waarop duidelijk te zien is dat zij een faxbericht naar de griffie hebben gezonden. De kantonrechter heeft niet overwogen waarom hij dit bewijs niet in zijn oordeel heeft betrokken.
Dat de kantonrechter aldus het faxapparaat moet controleren, volgt volgens het Gerechtshof uit Hoge Raad 20 maart 1998, NJ 1998/548 (ECLI:NL:HR:1998:ZC2611) en Hoge Raad 19 februari 2016, NJ 2016/128 (ECLI:NL:HR:2016:296). Het Gerechtshof vernietigt het vonnis en verwijst de zaak terug. Kortgezegd komt deze jurisprudentie erop neer dat een apparaatstoring niet zonder meer voor rekening van de verzender van de fax komt. Het ‘confirmation report’ van de fax van de verzender moet in dergelijke gevallen volgens de Hoge Raad uitsluitsel geven.
Onder het nieuwe KEI-procesrecht zal de nieuwe procesinleiding (de vervanger van verzoekschrift en dagvaarding), nog louter elektronisch door middel van een pdf-bestand kunnen worden ingediend. Een natuurlijk persoon, bijvoorbeeld een ZZP-er zonder advocaat, is dit echter niet verplicht en kan dus nog steeds procederen op papier. Los daarvan zal de telefax langzamerhand uit het procesbeeld gaan verdwijnen. Toch past hier behoedzaamheid, omdat een louter digitaal systeem inherent kwetsbaar is. Mogelijke technische storingen, hacking en andere calamiteiten, kunnen ervoor zorgen dat stukken niet tijdig zijn ontvangen. Zonder back-upsysteem is dit een riskant gevolg van het nieuwe procesrecht. Het verdient daarom aanbeveling de telefax nog enige tijd te behouden, zolang het digitale systeem nog niet volledig betrouwbaar is gebleken, aldus advocaten in de impactanalyse van het ministerie van Veiligheid en Justitie bij Kamerstukken II 34 059, nr. 6, pag. 40.
De volledige annotatie met aanvullende jurisprudentie is te raadplegen onder Hof Arnhem-Leeuwarden 14 februari 2017, Prg. 2017/116 (ECLI:NL:GHARL:2017:1277) m.nt. P.J.M. Ros of neem contact op met ons kantoor.