Niet iedere onderwijsovereenkomst heeft een redelijk annuleringsbeding

Samenvatting annotatie onder Hof Den Bosch 1 mei 2018, Prg. 2018/218 m.nt. P.J.M. Ros (ECLI:NL:GHSHE:2018:1846).

Verbintenissenrecht: Een annuleringsbeding in een onderwijsovereenkomst is onredelijk, als dit de student  teveel beperkt bij een opzegging.

Een studente komt in hoger beroep op tegen het oordeel van de kantonrechter dat zij nog € 3.245,55 aan collegegeld moet betalen aan ITV Hogeschool voor Tolken & Vertalen voor het studiejaar 2014/15, na een voortijdige opzegging.

Volgens de algemene voorwaarden in de overeenkomst moet de studente het volledige collegegeld betalen, als zij niet uiterlijk binnen twee weken voor het begin van het nieuwe collegejaar heeft opgezegd. Het gerechtshof vernietigt het vonnis en overweegt dat het annuleringsbeding in deze overeenkomst onredelijk bezwarend is en daarmee ook oneerlijk in de zin van Richtlijn 93/13/EEG.

Volgens het hof is de onderwijsovereenkomst een overeenkomst van opdracht, die steeds kan worden opgezegd zonder schadevergoeding te zijn verschuldigd. In dat geval is de studente wel een redelijk loon verschuldigd over de periode waarin zij gebruik heeft gemaakt van het onderwijs. In redelijkheid blijkt dit 20% van het jaarlijkse collegegeld te zijn, slechts een bedrag van € 540,=.

Het hof wijst op Hoge Raad 27 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2775, waarin is bepaald dat bij de beoordeling van een annuleringsbeding in een onderwijsovereenkomst, art. 7:411 BW de maatstaf vormt, namelijk het recht op een redelijk loon na het einde van de opdracht.

Als er echter geen sprake blijkt van een overeenkomst van opdracht, kan de rechter het annuleringsbeding als oneerlijk bestempelen in de zin van Richtlijn 93/13/EG en het annuleringsbeding vervolgens vernietigen. In dat geval heeft de onderwijsinstelling geen recht op een bijdrage, omdat de rechter deze niet mag matigen, vgl. HvJEU 30 mei 2013, C-488/11 (Brusse en Garabito/Jahani), ECLI:EU:C:2013:341).

Het is dus van belang de studieovereenkomst – en met name de algemene voorwaarden – zorgvuldig te beoordelen als het aankomt op een annulering. Informeer vrijblijvend bij ons kantoor!

Meer informatie? De volledige annotatie met aanvullende jurisprudentie is te raadplegen onder Hof Den Bosch 1 mei 2018, Prg. 2018/218 m.nt. P.J.M. Ros (ECLI:NL:GHSHE:2018:1846) of neem contact op met ons kantoor.

 

Print Friendly, PDF & Email