Ook recht op schadevergoeding bij 3 uur vertraging na meerdere afzonderljke vluchten
Samenvatting commentaar onder Rechtbank Amsterdam (Kantonrechter) 19 maart 2013, Prg. 2013/145 (LJN BZ6995).
Passagiers van een intercontinentale vlucht van Amsterdam, via Sao Paulo naar Buenos Aires, vorderen veroordeling van de Spaanse luchtvaartmaatschappij Iberia, omdat zij uiteindelijk met meer dan 8 uur vertraging in Argentinië zijn geland.
Iberia wordt in dit vonnis echter volgens ons tekort gedaan, omdat de rechter verassend voorbijgaat aan de stelling van Iberia dat de claim van de passagiers inmiddels is verjaard ex art. 6:89 BW, althans dat niet binnen een redelijke termijn is geklaagd.
In de Luchtvaartverordening (EG) nr. 261/ 2004 is niets geregeld over een klachttermijn of verjaring bij een schadeclaim wegens vertraging. Er moet dus worden teruggevallen op nationale wetgeving. Ingevolge art. 5 lid 2 Rome I-Verordening is dat in dit geval Nederlandse recht, omdat het gaat om een internationale verbintenis. Voor de klachttermijn is dan ook art. 6:89 BW van toepassing en voor de verjaring art. 8:1835 BW.
De passagiers blijken maar liefst 9 maanden te hebben gewacht met klagen. Iberia mocht er ingevolge art. 6:89 BW derhalve op vertrouwen dat er geen vordering meer zou worden ingesteld. De redelijke termijn in dat artikel begint immers te lopen op het moment dat de passagiers bekend raken met het vermeende gebrek in de prestatie van Iberia (de vertraging dus), en dus niet op het moment dat zij bekend raken met de vermeende schade.
Wegens rechtsverwerking had de vordering dus ook kunnen worden afgewezen. Mogelijk ligt de bedoeling van voornoemde Luchtvaartverordening daaraan ten grondslag, namelijk een ‘hoog niveau van consumentenbescherming’. Consumentenrechten moeten echter niet doorslaan.
Voor meer informatie, het doorlichten en actualiseren van uw algemene voorwaarden of indien u twijfelt over uw voorgenomen opzegging, kunt u contact met ons kantoor opnemen.