Kleine vrijwilligersstichting zonder winstoogmerk niet zonder meer gelijk te stellen met consument
Procesrecht: Een kleine vrijwilligersstichting zonder winstoogmerk is niet zonder meer gelijk te stellen aan een consument.
Samenvatting annotatie onder Hof Arnhem-Leeuwarden 13 mei 2014, Prg. 2014/166 m.nt. PJMR (ECLI:NL:GHARL:2014:3884).
In deze zaak heeft een stichting een contract met Telefoongids.com BV gesloten, maar de stichting wilde van die overeenkomst af. Zij beroept zich daarbij op het feit dat haar positie gelijkgesteld kan worden met die van een consument. De stichting betoogt dat Telefoongids haar bij de totstandkoming van de overeenkomst niet volledig heeft geïnformeerd. Daarom zal de Telefoongids volgens de stichting moeten bewijzen dat zij de stichting in het eerste gesprek, waarin de deal is gemaakt, juist en volledig heeft geïnformeerd volgens art. 6:193j lid 1 BW (omkering van de bewijslast). Deze bepaling maakt deel uit van de nieuwe afdeling 3A van Titel 3 van Boek 6 BW over oneerlijke handelspraktijken in het kader van het nieuwe consumentenrecht.
In eerste aanleg heeft de rechtbank de overeenkomst vernietigd op grond van dwaling. In hoger beroep is het vonnis bekrachtigd. Echter, volgens het hof kan de stichting niet op één lijn worden gesteld met die van een consument, zodat omkering van de bewijslast in verband met art. 6:193j lid 1 BW niet aan de orde kan zijn.
De kern van deze kwestie is dat het begrip ‘consument’ in verband met oneerlijke handelspraktijken bepaald restrictief (beperkt) moet worden uitgelegd. Het hof ziet in deze kwestie dan ook geen enkele aanleiding om de zgn. reflexwerking van het consumentenrecht toe te passen. Daarmee volgt het hof de vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie EG, zie onder meer HvJ EG 14 maart 1991, nr. C-361/89 (Di Pinto), ECLI:NL:XX:1991:AC3494 en ECLI:EU:C:1991:118. Tevens HvJ EG 3 juli 1997, nr. C-269/95 (Benincasa), ECLI:NL:XX:1997:AD4024 en ECLI:EU:C:1997:337) en HvJ EG 20 januari 2005, nr. C-464/01 (Gruber/BayWa AG).
Het begrip ‘consument’ blijft ook in de nieuwe richtlijn Consumentenrechten onveranderd (Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten). Art. 2 lid 1 van deze richtlijn is letterlijk overgenomen in het nieuwe art. 6:230g lid 1 BW: een consument is ‘iedere natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteiten vallen.’ Deze bepaling is op 13 juni 2014 inwerking getreden en laat evenmin enige ruimte voor een ruimere interpretatie.
De volledige annotatie met toelichting en overige jurisprudentie is te raadplegen onder hof Arnhem-Leeuwarden 13 mei 2014, Prg. 2014/166 m.nt. PJMR (ECLI:NL:GHARL:2014:3884) of neem contact op met ons kantoor.