BV zet rechter met dagvaarding buitenspel na mislukt wrakingsverzoek: hoe ver reikt die aansprakelijkheid?

Samenvatting annotatie onder Rb. Amsterdam 9 november 2018, Prg. 2019/22 m.nt. P.J.M. Ros (ECLI:NL:RBAMS:2018:8336).

In een faillissementsprocedure wordt door een besloten vennootschap (BV) de rechter gewraakt. Dit verzoek wordt afgewezen. De BV is van mening dat sprake is van onrechtmatig handelen door de rechter. Echter, in plaats van de Staat te dagvaarden, ontvangt de rechter op haar privéadres een dagvaarding van de BV. De rechter voelt zich daardoor gedwongen een verzoek tot verschoning in de faillissementsprocedure in te dienen. Dit verzoek wordt toegewezen, omdat is gebleken dat de rechter in kwestie zich niet meer vrij voelt om de zaak te behandelen.

De verschoningskamer meent dat deze handelswijze van de BV er niet toe zou mogen leiden dat de betrokken rechter buitenspel wordt gezet. Feitelijk evenwel is dat wel het gevolg en de vraag is dan ook of de rechter hiermee niet een verkeerd signaal heeft afgegeven.

Nu de rechter in privé wordt aangesproken, dient de rechtspositie van de rechter te worden beoordeeld aan de hand van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (Wrra). Blijkens art. 42 lid 1 Wrra is de Staat aansprakelijk voor de schade die de rechter door vervulling van zijn ambt toebrengt, tenzij sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de zijde van de rechter. Het is in opgemelde kwestie dus nog maar de vraag of de claim van de BV enige kans van slagen maakt.

Hoge Raad 3 december 1971, NJ 1972/137 (ECLI:NL:HR:1971:AB6788) besliste dat zelfs als de rechter fundamentele rechtsbeginselen schendt en wel zodanig dat niet langer sprake is van een eerlijke en onpartijdige behandeling en daartegen geen rechtsmiddel openstaat, de Staat en dus niet de rechter aansprakelijk is. Verder is in art. 42 lid 3 Wrra bepaald dat de rechter evenmin aansprakelijk is voor de eventuele gevolgen van zijn uitspraak. Kortom, de lat ligt hoog om een rechter met succes in privé aansprakelijk te stellen.

Meer informatie over dit onderwerp, wraking of verschoning? De volledige annotatie met aanvullende jurisprudentie is te raadplegen onder Rb. Amsterdam 9 november 2018, Prg. 2019/22 m.nt. P.J.M. Ros (ECLI:NL:RBAM:2018:8336) of neem contact op met ons kantoor.

Print Friendly, PDF & Email