Als advocaat onder toevoeging werkt, mag hij geen honorarium voor het intakegesprek in rekening brengen

Verbintenissenrecht. Als de advocaat onder ‘toevoeging’ werkt, mag hij geen aanvullend honorarium in rekening brengen, ook niet voor de intake alvorens die toevoeging wordt aangevraagd.

Samenvatting annotatie onder Kantonrechter Alkmaar 14 december 2016, Prg. 2017/109 (ECLI:NL:RBNHO:2016:11310) m.nt. P.J.M. Ros.

Een advocaat vordert veroordeling van zijn cliënt tot betaling van € 338,86 voor een intakegesprek, inclusief twee eigen bijdragen voor verkregen toevoegingen. Volgens de kantonrechter had de advocaat het honorarium voor het intakegesprek niet in rekening mogen brengen, omdat er sprake was van een ‘toevoeging’ (procederen in het kader van de Wet op de rechtsbijstand). Bovendien – zo bleek ter zitting – had de tweede toevoeging niet mogen worden aangevraagd in verband met de echtscheiding, omdat die nog steeds niet aanhangig was gemaakt.

De kantonrechter wijst in dit verband op art. 38 lid 1 Wet op de rechtsbijstand, die het verbiedt om honorarium in rekening te brengen bij een verleende toevoeging. De kantonrechter betrekt echter ten onrechte art. 24 lid 2 Gedragsregels voor de advocatuur 1992 in zijn oordeel. Immers, deze bepaling is geschreven in het kader van het tuchtrecht voor advocaten en die bepaling kan louter door de tuchtrechter worden gehandhaafd. Daarom moet worden aangenomen dat de kantonrechter deze grondslag wellicht ten overvloede heeft gegeven, althans slechts ter informatie.

De volledige annotatie met aanvullende jurisprudentie, wet- en regelgeving is te raadplegen onder Kantonrechter Alkmaar 14 december 2016, Prg. 2017/109 (ECLI:NL:RBNHO:2016:11310) m.nt. P.J.M. Ros of neem contact op met ons kantoor. 

Print Friendly, PDF & Email